‘Dans herinnert ons aan de grond waarop we staan

 

Artistiek coördinator
Georg Weinand
over December Dance

Onze wereld daverde de afgelopen maanden op haar grondvesten, een gedaver dat ook December Dance voelde en aangreep. Het festival voor hedendaagse dans staat met beide benen in deze wereld en vertolkt met bravoure de veranderende hartslag van onze maatschappij. Met hoogstaande, creatieve voorstellingen die de vinger aan de pols houden van wat ons fascineert en verontrust, vreugde schenkt of zorgen baart, is December Dance opnieuw hét dansfestival om naar uit te kijken. Het festival vaart nu voor het eerst ook écht onder de vlag van Dans in Brugge, en staat daarmee garant voor een swingende samenwerking tussen Concertgebouw Brugge en Cultuurcentrum Brugge.

Artistiek coördinator George Weinand geeft inkijk in het programma – met een handvol premières, iconisch en verrassend werk – en formuleert een antwoord op de uitdagingen waar het nieuwe dansseizoen voor staat.

Wat verandert er precies?
‘Onze wereld is danig geglobaliseerd en we merken dat artiesten vandaag de dag vooral reageren op vitale impulsen die niet per se aan hun geografische positie of een bepaald exotisme verbonden zijn: hun leven, hun persoonlijkheid, hun lichaam, is, bij wijze van spreken, ook geglobaliseerd. In de 21e eeuw zijn we allemaal buren geworden. Tegelijk dwingt het ecologische vraagstuk ons om erover na te denken of het zinvol is artiesten vanuit de verste uithoeken van de wereld in te vliegen. Bij het maken van de selectie voor het festivalprogramma was de tijdsdimensie daarom belangrijker dan de geografische dimensie. Daarmee bedoel ik dat we op zoek gegaan zijn naar werk dat ons op de een of andere manier een plek geeft binnen ons tijdsgewricht. Werk dat erin slaagt een brug te slaan tussen het verleden en de toekomst. Want dat is iets wat dans bij uitstek kan.’

Betekent dat meer aandacht voor de Vlaamse dansscene?
‘We durven het al eens vergeten, maar Vlaanderen heeft een bijzonder rijke dansscene waar de hele wereld naar kijkt. Als we ons niet meer beperken tot één enkele regio dan moeten we vermijden dat we het meest evidente, namelijk onze directe omgeving, over het hoofd zouden zien. Geografisch gezien komt dus alles in aanmerking, ook het regionale. Als institutionele partners van Dans in Brugge hebben we alle elementen voorhanden om duurzame samenwerkingen met artiesten die in ons land wonen en werken aan te gaan. Dat wordt dus een win-win voor publiek en sector. Denk maar aan Jan Martens die deze zomer in Avignon de ultieme internationale doorbraak mocht meemaken of Michiel Vandevelde die inmiddels ook internationaal veel te zien is. ‘Lokaal’ betekent natuurlijk niet dat we alleen maar witte Vlamingen programmeren. De samenstelling van de gezelschappen en onderwerpen – zie ook Martens en Vandevelde – zijn heel divers en we kunnen ons programma echt als breed, inclusief en evenwichtig omschrijven. Na dertien edities heeft December Dance zowel nationaal als internationaal een stevige reputatie uitgebouwd en we willen onze ‘zichtbaarheid’ inzetten om nog pertinentere vragen te stellen over de rol van dans in onze wereld.’

Welke rol kan dat zijn?
‘Tijdens de lockdown waren we erg op onszelf aangewezen. Sombere, zware momenten werden afgelost door momenten van bezinning. ‘What matters?’, vroegen we ons af. ‘Wat moeten we anders doen?’ Daarin waren we natuurlijk niet alleen. Kunstenaars en choreografen deelden die ervaring met ons. Als ik kijk naar het werk dat we te gast hebben, zie ik dan ook eenzelfde soort reflectie. Choreografen keren terug naar de oorsprong, naar de basis. Waarom zijn we ooit beginnen te dansen?

Hoe kan zo’n ‘terugkeer naar de oorsprong’ eruit zien?

‘Mensen die bewegen, elkaar ontmoeten en aanraken, dat is de basis van ons mens-zijn. Al dansend maken we niet alleen verbinding met iets dierlijks of spiritueels, we boren ook menselijke tradities aan die ons een plaats geven binnen een universum, een gemeenschap. Dans maakt op een rituele manier verbinding met onze omgeving, met de doden maar ook met het toekomstige leven. Ik geloof dat het bijwonen en live ervaren van een dansvoorstelling ons herinnert aan de grond waarop we leven en staan. En dat we dat nodig hebben. Dat het precies die fundamenten zijn waaraan we herinnerd willen worden op de scène. De behoefte ons met ons meest basale mens-zijn te confronteren trekt ons als het ware steeds opnieuw de zalen in. Zodat we steeds opnieuw kunnen ervaren dat dans, door middel van beweging, ritme en muziek, kan verbinden. Ik durf te zeggen dat dit sterker is dan eender welk virus (lacht).’

Je spreekt van een complexe wereld die veel vragen genereert. Hoe kan dans als kunstvorm een nieuw perspectief bieden op deze vragen?
‘Onze wereld verandert radicaal en dramatisch. Op gebied van ecologie en gezondheid zijn die veranderingen op dit moment het meest zichtbaar. Choreografen blijven natuurlijk niet ongevoelig voor die ontwikkelingen. In hun creatieve zoektocht plaatsen ze vraagtekens bij de positie van de mens op onze planeet en niet zelden grijpen ze terug naar oude praktijken en rituelen uit het prille begin van onze cultuurgeschiedenis. De dansers en choreografen die we opgenomen hebben in ons programma zijn stuk voor stuk artiesten die niet werken in het luchtledige, die zich niet willen terugtrekken in een safe-house: dat is er namelijk niet meer en artiesten leven in dezelfde wereld als wij. Zij slaan dus bruggen naar het publiek en laten ons hun visies, voorstellen, alternatieven ontdekken. Tijdens December Dance zijn deze vol van beweging, kleur, geheimen, mysterie, traditie, innovatie en menselijke warmte. Ik hoop ook dat het publiek na deze uitzonderlijke en ontwrichtende maanden tot de conclusie is gekomen dat het toch heel belangrijk is om mensen live on stage te zien. Mensen samen zien bewegen, ervaren hoe verbindend dat kan zijn, actief willen toeschouwen en voelen hoeveel kracht en energie dat kan geven. Kunst helpt ons te navigeren doorheen een onoverzichtelijk universum. Wat wil ik alleen beleven? Wat wil ik delen met anderen? Er schuilt een grote transformerende en troostende kracht in dans.’

Op welke manier biedt het programma hier een antwoord op?
‘We kunnen wel stellen dat er een lijn zit in de line-up. De uitgenodigde artiesten zijn stuk voor stuk kunstenaars die met een geëngageerde blik naar de wereld kijken. Het zijn artiesten die dans actief inzetten als middel om te kunnen bestaan binnen zo veel complexiteit. Die in dans letterlijk een manier vinden om in de wereld te staan. De al genoemde Jan Martens slaagt er met any attempt will end in crushed bodies and shattered bones in om op een meeslepende manier een echte, hedendaagse en diverse minimaatschappij op het toneel te zetten. Vanuit heel eenvoudige bewegingen maakt Martens het individu in een groep zichtbaar. De twee gaan samen. Een eenzaam, van de groep afgesloten individu is niets; hij of zij is gewoon alleen. Dat laat Martens mooi zien. Hij ontwikkelt een ongelooflijk fascinerend en eenvoudig maar divers vormenspel waar een enorme kracht van uitgaat. Je zit in de zaal en denkt: ‘Ik wil erbij horen, meelopen, meedraaien.’

Michiel Vandevelde keert met Dances of Death terug naar heel oorspronkelijke vormen van het mens-zijn, van onze beschaving en civilisatie. Hij kiest voor rituele vormen. Zijn creatie is een ritueel waarin een dodendans voor de 21e eeuw wordt verbeeld. Ook Sharon Eyal fascineert door haar energie. Haar strikte vormen genereren een intrigerend beeld van de innerlijke struggle waarmee we door het leven stappen. Maar als je naar Love Chapter 3: The brutal Journey of the Heart kijkt, denk je: ‘Uiteindelijk valt het allemaal mee’ en je gaat opgeladen naar huis. Wat wil je meer dan kunst die antwoord biedt op het dagelijkse? Motus Mori van Katja Heitmann is dan weer iets heel anders. Zij kiest voor de vorm van een bewegingsmuseum in de Poortersloge. De dansers belichamen een Brugs archief dat ze vooraf opbouwen door persoonlijke bewegingen en gestes van Bruggelingen te verzamelen. In tijden van social distancing en zelfisolatie, waarbij de ander en diens bewegingskwaliteit veraf zijn, is zo’n bewegingsarchief een interessant gegeven. Hierin zie je opnieuw hoe dans kan verbinden.

Waar kijk je zelf naar uit?
‘Ik wil natuurlijk alles zien (lacht). Nee, ik ben blij met de hoge kwaliteit en diversiteit van de verschillende dansstijlen en het evenwicht tussen iconisch en verrassend werk in het programma. Met Massala Dance Company komt eindelijk weer een publiekslieveling naar de Schouwburg, waar een paar dagen tevoren nog James Batchelor en consorten een barokke ballroom dance vieren in het foyer die echt heel fashionable en oogstrelend is. Ze zweven daar, vogue-end met hun futuristische kostuums door de ruimte. Heerlijk, zo’n avond! Of Cassiel Gaube die de Magdalenazaal onder streetdance-stroom zet. Eerst laat hij ons in alle stilte kijken naar zijn professionele en technisch perfecte dance gang – om even later de akoestische bom voor onze ogen te laten ontploffen. Vuurwerk verzekerd. Maar ook de Belgisch première van Cindy Van Acker, een West-Vlaamse choreograaf die hier bijna nooit te zien is; of Ula Sickle met haar performance in de unieke Gotische Zaal van het Stadhuis, Meg Stuart, Tabea Martin met een gender-dans voor de hele familie en natuurlijk de wereldpremière van Mohamed Toukabri in samenwerking met Europalia. Stuk voor stuk innovatief dansant werk met een grote representatieve waarde. Ze laten ons zien welke tendensen leven in de danswereld en welke waarde dans kan hebben in ons netelig tijdsgewricht. Er is hoop. Echt. (lacht) Ik wil dat je bij het verlaten van de zaal opgeladen bent en tenminste heel even mag denken: ‘Het kan eigenlijk niet verkeerd gaan.’’

 

December Dance
durft het breder zien.
droomt vandaag al het dansmoment van morgen. dient de doorbraak-danser. denkt het internationaal. draait rond grote thema’s van vandaag. doet het zelf. drijft de danswereld vooruit. daagt het publiek uit. draagt zorg voor afgewerkte dansproducten. dicht de kloof tot het publiek. drenkt u 12 dagen in dans.